Tarievenbeleid 2025 & toeleveringsdruk: zo wapent de tech-handel zich

«The freer the flow of world trade, the stronger the tides for economic progress and world peace.» Toen halverwege de 80er jaren een nieuw tijdperk in de wereldhandel werd ingeluid, heerste er een euforische stemming onder de diverse landen en was er een historische bereidheid tot economische samenwerking. Het bovenstaande citaat van de 40e president van de VS, Ronald Reagan, luidde de tweede globaliseringsgolf in, die in 1994 met de Uruguay-ronde van de GATT leidde tot een ongekend handelsakkoord tussen 120 landen.

Toen de handel nog in volle gang was

Met de daaropvolgende bijeenroeping van de WTO (Wereldhandelsorganisatie) en het regelgevings- en douanekader dat deze oprichtte, werd een visie gerealiseerd die in 1948 was begonnen met de nooit gerealiseerde Internationale Handelsorganisatie (ITO). Het multilateralisme vierde zo een van zijn grootste triomfen. Voor één keer leken alle landen hetzelfde lied te zingen, arm in arm zwaaiend op het wereldhandelspodium op de melodie van “welvaart voor iedereen”. Elektronische producten – gemaakt in Azië, met onderdelen uit Europa en software uit Californië – werden wereldwijd verkocht. Wereldwijde samenwerking met een duidelijke taakverdeling.

Klinkt dit voor u als economische oorlogvoering, straftarieven en een geopolitieke economie van wantrouwen? Met het tarievenbeleid 2025 lijkt de vreugdezang van toen bijna een echo uit een andere wereld. 40 jaar later zijn de wereldwijde handelsbetrekkingen meer gespannen dan ooit. Vooral nu de opkomende economieën de “groene weide” van de vrije handel hebben afgegraasd en de globaliseringshausse hebben gewonnen, begint het evenwicht in de samenwerking te wankelen. Maar hoe heeft het zover kunnen komen?

De stille parasiet van hebzucht: van vrije handel naar vertrouwenscrisis

U hebt vast wel eens vrienden bij u thuis uitgenodigd om samen te eten, te lachen en ongedwongen de avond door te brengen. Wetende dat vriendschap een relatie van wederzijds geven en nemen is, werd het menu zorgvuldig gepland, iemand bracht dessert mee, er werd goede wijn geserveerd en het programma was op iedereen afgestemd. Iedereen droeg iets bij – het was een samenzijn dat gebaseerd was op wederzijds respect en evenwicht. Maar dit jaar was het anders.

Remo kwam zonder wijn, maar met lege Tupperware – om de restjes mee te nemen. Nadine kwam met het hele gezin (onaangekondigd, natuurlijk) en Martin, ooit de garant voor een goede sfeer, verdween stilletjes in de hoek. De balans was weg. De geest van een avondje samenzijn was weg. Wat ooit werd gekenmerkt door wederzijdse waardering maakte plaats voor een nieuwe, egoïstische dynamiek.

In feite komt dit scenario frappant veel overeen met de huidige situatie in het internationale handelsbeleid – of laten we het bij zijn naam noemen: het tarievenbeleid 2025. Waar ooit multilaterale samenwerking, wederzijdse openheid en een soort delende mentaliteit de boventoon voerden, overheersen nu eigenbelang, wantrouwen en protectionistische reflexen. Het huidige tarievenbeleid 2025 laat zien hoe diep de strategische compartimentering in het vroegere samenwerkingsmodel is doorgedrongen. De spelregels in de handel zijn veranderd in het nadeel van de belangrijkste spelers.

Een wereldeconomie die decennialang was gegroeid met waardeketens die zich uitstrekten over landen en hele continenten, ontspoorde plotseling. Deze negatieve transformatie werd in 2018 verder aangewakkerd toen de VS onder Trump straftarieven instelde op Chinese importproducten. China reageerde prompt met tegentarieven, waarop de VS reageerde door de export van high-tech chips te beperken. Dit werd in 2024 gevolgd door drastische toeslagen op elektrische voertuigen en halfgeleiders. China counterde met exportcontroles op strategische grondstoffen. De WTO, ooit de bewaker van eerlijke internationale handel, werd een verlamde waarnemer met gebonden handen. En dit alles gebeurde onder de dekmantel van vrede en economische onafhankelijkheid.

Van vrije handel naar economische oorlog

Vandaag wordt de internationale handel niet langer gedreven door samenwerking en liberalisering van de markt, maar door nationale belangen, sancties en strategische berekeningen. De realiteit van het tarievenbeleid in 2025 wordt gekenmerkt door fragmentatie en toenemend protectionisme. Het idee van een gestandaardiseerde, door de WTO gereguleerde vrijhandelsorde heeft grotendeels plaatsgemaakt voor geopolitieke spanningen.

Het handelsconflict tussen de VS en China is verder geëscaleerd – en ondanks de “Phase One” deelovereenkomst, blijven de meeste strafheffingen van kracht. Het tarievenbeleid van 2025 documenteert daarmee een paradigmaverschuiving van vrije handel naar selectieve blokvorming.

Maar ook andere handelsgeschillen smeulen: zo legden de westerse landen na de aanval van Rusland op Oekraïne in 2022 uitgebreide sancties, op waardoor Rusland praktisch van de westerse handel werd uitgesloten. Dit dwong op veel plaatsen tot een reorganisatie van de grondstof- en energiestromen.

Geopolitiek als risico voor de toeleveringsketen

Tarief- en handelsconflicten laaien ook op andere fronten op – een weerspiegeling van het tarievenbeleid van 2025, dat steeds meer als geopolitiek drukmiddel wordt gezien. Zoals tussen de VS en Europa (bijv. over staal en aluminium of subsidies voor vliegtuigen en elektrische auto’s) of tussen de EU en China (bijv. in de vorm van Europese antidumpingheffingen op Chinese producten zoals zonnepanelen, en geplande strafheffingen op gesubsidieerde Chinese elektrische auto’s). Inmiddels worden handelsinstrumenten steeds minder gebruikt als maatregel om de markt wederzijds te liberaliseren, maar almaar vaker als drukmiddel in economische beleidsconflicten – een “economische oorlog” kan dus niet meer worden afgewend.

De wereld glijdt daarmee af naar een ongekende economische bipolariteit – een soort “Koude Oorlog 2.0”. Aan de ene kant is er de westerse alliantie, bestaande uit de VS, de EU en de G7-staten, die open markten en democratische waarden versterkt. Aan de andere kant: China, geflankeerd door Rusland en andere autocratische allianties, met een staatskapitalistisch model en eigen handelsregels.

Beide kampen zetten nu bewust parallelle systemen op – hun eigen betalingskanalen, handelsovereenkomsten, technologische standaarden. Hoewel de nationale economieën nauw met elkaar verweven blijven, wordt juist deze afzonderlijke afhankelijkheid steeds meer als een strategisch risico beschouwd. Het tarievenbeleid 2025 is een uitdrukking van deze systemische verandering, die niet alleen economische maar ook politieke dimensies heeft. De trend gaat in de richting van ontkoppeling op economisch, digitaal en politiek niveau.

Experts waarschuwen, dat deze opkomende blokvorming niet alleen de wereldeconomie zal afremmen, maar vooral exportafhankelijke regio’s zoals Europa bijzonder hard zullen treffen. Zelfs zonder escalatie dreigt er al een merkbaar groeiverlies aan beide zijden van de systeemgrens.

Het volgende overzicht illustreert de risico’s en de uitdagingen waarmee wederverkopers, inkopers, importeurs en exporteurs worden geconfronteerd als gevolg van de huidige economische onbalans.

Risico’s en uitdagingen onder tarievenbeleid 2025 – wat retailers nu kunnen verwachten

  1. 1. Douanerechten en exportregels: complexer dan ooit
    De handelswereld is een mijnenveld: Amerikaanse straftarieven, tegenmaatregelen van de EU, Chinese vergeldingen. Wie IT- of elektronische producten internationaal vervoert, heeft deskundige kennis nodig – of het nu gaat om bewijzen van herkomst, inspecties op producten voor tweeërlei gebruik of embargolijsten.
  2. 2. Toeleveringsketen: fragiel en kwetsbaar
    Gallium, chips, adapters: als China gas terugneemt of de VS de productie blokkeert, komt de productie tot stilstand. Knelpunten in de toelevering van halfgeleiders of een gebrek aan speciale componenten kunnen hele roll-outs lamleggen - van ProAV tot Digital Workplace.
  3. 3. Compliance: van bijzaak tot dagelijkse business
    Douaneafhandeling is niet langer alleen papierwerk, maar een risicofactor. Iedere bouwsteen ervan kan een struikelblok worden. Bedrijven moeten nauwkeurig, controleerbaar en audit-proof werken.
  4. 4. Kosten en marges: onder druk van beide kanten
    Tarieven maken inkopen duurder, terwijl prijzen vaak niet kunnen worden verhoogd – vooral in margegevoelige segmenten van CE-producten en accessoires. Wie niet slim genoeg calculeert, verliest.
  5. 5. Inkoop: geen routine meer
    De goedkoopste leverancier is niet altijd de slimste. Geopolitiek dicteert inkooppatronen: alternatieven voor China worden plicht, nearshoring wint aan belang, contracttermijnen worden korter en flexibeler.
  6. 6. Levertijden: voorspelbaarheid wordt prognose
    Wat vroeger vier weken duurde, duurt nu acht – of loopt helemaal vast. Extra douanelussen, re-routings en uitvoervergunningen kosten tijd. Systeemhuizen moeten hun klanten aan het lijntje houden met vertragingen of vervangende producten bieden.
  7. 7. Volatiliteit in beschikbaarheid
    Chipschaarste 2.0 is geen mythe – het heeft alleen nieuwe oorzaken. Politieke blokkades verschuiven de wereldwijde vraag, verergeren knelpunten en leiden tot voorraden of overaanbod – met prijsverstoringen als gevolg.
  8. 8. Voorraad en liquiditeit: balanceren tussen veiligheid en kapitaalbeslag
    Wie wil kunnen leveren, moet voorraad houden. Maar het aanhouden van voorraden kost geld en brengt risico’s van waardeverlies met zich mee, vooral bij snel bewegende technologie. Voorraadbeheer wordt een strategische discipline.
  9. 9. Wereldwijd handelen – lokaal denken
    ASML, Rotterdam, Shenzhen, Austin: de goederenstroom is een geopolitieke sensatietocht geworden. Wie zijn toeleveringsketen niet kent, loopt het risico dat leveringen worden geannuleerd. En wie politieke ontwikkelingen negeert, loopt het risico slachtoffer te worden van het volgende embargo.

Aanbevelingen voor actie in het tijdperk van geopolitieke toeleveringsketens

Veerkracht is de nieuwe efficiëntiemantra. Bedrijven moeten zich opnieuw positioneren te midden van wereldwijde handelsconflicten, invoerrechten en politieke risico’s. Studies van Deloitte en brancheverenigingen tonen duidelijke prioriteiten:

  • 1. Diversificatie van toeleveringsketens
    Vermijd afhankelijkheid van individuele landen, vooral China. Boor alternatieve markten aan (bijv. Vietnam, India, ASEAN) en controleer leveranciersportefeuilles kritisch. De EU bevordert actief de toegang tot tariefvrije partners.
  • 2. Identificeer kritieke afhankelijkheden – en zorg voor bescherming
    Analyseer welke producten of onderdelen het eerst zouden wegvallen in geval van een crisis, en zorg voor daarop afgestemde redundanties. Het is beter om nu iets duurdere alternatieven te vinden dan later niet te kunnen leveren.
  • 3. Voorraad in plaats van ‛just-in-time’
    Leg veiligheidsvoorraden aan voor belangrijke producten. Roterende magazijnen, scenariotests en systemen voor vroegtijdige waarschuwing helpen om voorbereid te zijn op exportverboden of sancties.
  • 4. Samenwerking en transparantie
    Engageer in verenigingen, onderhoud actief de dialoog met autoriteiten (bijv. AEO-douanestatus) en creëer transparantie in de hele toeleveringsketen – ook op het niveau van onderleveranciers. Moderne SCM-software kan hier doorslaggevende voordelen bieden.
  • 5. Toegevoegde waarde verhogen en marges beschermen
    Automatiseer opslag en logistiek, bundel aankopen en investeer meer aandacht aan diensten zoals onderhoud of consulting. Deze zijn minder gevoelig voor douanerechten en beschermen de marges wanneer de pure productenverkoop onder druk staat.
  • 6. Tracht politiek te begrijpen, niet alleen na te leven
    Handelspolitiek is een zaak voor de baas. Monitor wetgevingsinitiatieven, sanctielijsten en overeenkomsten in een vroeg stadium. Compliance-officers of gespecialiseerde tools helpen om tijdig te reageren, voordat nieuwe tarieven of exportcontroles een probleem worden.

Conclusie: navigeren door de nieuwe economische beleidsnorm

Het tijdperk van bijna onbetwiste multilaterale economische samenwerking is voorbij. De laatste studies en verklaringen van verenigingen schetsen daarom een unaniem beeld: bedrijven in Europa – vooral in economisch relevante allianties van staten zoals DACH en de Benelux – moeten hun veerkracht versterken om de spanningen van het wereldwijde tarievenbeleid in 2025 te kunnen doorstaan. De combinatie van Amerikaanse douanebeperkingen, Chinese tegenmaatregelen en EU-derisking vereist een hogere mate van flexibiliteit, risicobewustzijn en strategische planning in de handelssector.

En zo is het met alles wat niet gewijd is aan onuitputtelijkheid: de heteluchtballon steeg ooit gestaag naar de hemel, gevoed door een geest van optimisme en gedreven door het verlangen om hoger, verder en zonder grenzen te zweven. Zandzakken werden gedropt om hoogte te winnen, zonder achterom te kijken. Maar toen het gas opraakte en de ballon begon te zinken, werd de verwoesting door de neergelaten gewichten duidelijk.

Wie zich echter op tijd aanpast, ziet de nieuwe hoogte niet als een crash, maar als een kans: voor oriëntatie, koerscorrectie, en een zachtere, duurzamere landing. Want echte navigatie begint pas als de bodem in zicht is.